Een blik achter de schermen bij de vrijwilligers van het Maritiem en Logistiek Erfgoed
Ontdek de bijzondere deelcollectie Maritiem en Logistiek Erfgoed van The Phoebus Foundation! Een enthousiast team van vrijwilligers staat in voor het dagelijks reilen en zeilen van deze buitengewone verzameling. Als gepensioneerde havenarbeiders en/of erfgoedliefhebbers kennen zij deze collectie van historische stootwagens, tractors, monster-, meet- en weegtoestellen op hun duimpje. Wekelijks verzamelen zij in het depot Argentin in Antwerpen Noord waar zij samen werken aan het onderhoud en ontsluiting van de verzameling.
Een dag bij het havenerfgoed begint voor sommigen al voor de dageraad. Vrijwilliger Juul, de vroege vogel van de groep, is meestal vanaf zes uur ’s ochtends in de weer. Eén na één komen collega’s de groep vervoegen. Omstreeks half negen wordt er kort bijgepraat met een tas koffie en wordt het plan van de dag besproken. Het vrijwilligersteam kan putten uit een zeer diverse achtergrondgeschiedenis van zijn leden die elk vanuit hun eigen expertise een belangrijke schakel binnen de groep vormen. Zo zijn Juul en Roger de lasspecialisten van dienst, kan Freddy aardig wat sleutelen en weet Fred nagenoeg alles van elektrotechniek. Deze diversiteit heeft als voordeel dat tegelijkertijd gewerkt kan worden aan verschillende grote projecten. Een belangrijk aspect van hun takenpakket is de conservatie van zeldzame erfgoedobjecten. “Het huidige grote project waar we aan bezig zijn is de Antigoonkraan”, weet vrijwilliger Fred ons te vertellen. “Het is een havenvoertuig van begin jaren 50, hoogstwaarschijnlijk is zij de laatste in zijn soort. Het vele mechanische werk is ondertussen achter de rug, met veel geduld en moeite. Zonder enig plan of vorm van documentatie, bleek dit geen eenvoudige klus te zijn. Gelukkig kunnen we rekenen op het vakmanschap en de expertise van onze teamgenoten om samen deze problemen op te lossen.”
In kleine groepjes wordt er naarstig verder gewerkt. Schilderen, schuren, lassen, restauratie van alle mogelijke gereedschappen, … voor je het weet is het tijd voor een welverdiende koffiepauze waar naar goede gewoonte herinneringen uit ‘de goeie oude tijd’ worden bovengehaald. ”Dit is belangrijk”, zo getuigt Harry, de Benjamin van de groep: “Na een carrière van 43 jaar in de havenwereld als commerciële manager ben ik blij dat ik sinds mijn pensioen hier terecht kon. Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door geschiedenis en hier bij het Logistiek en Maritiem Erfgoed kan ik mijn steentje bijdragen. Mijn technische kennis is eerder beperkt, maar hier kan ik gelukkig werken aan het grootschalige waarderingsproject van de collectie. Elk object wordt zorgvuldig opgemeten, gecatalogeerd en gefotografeerd. Sommige stukken zijn werkelijk uniek en kennen een uitzonderlijke geschiedenis, wat mij steeds weer weet te fascineren. De vele verhalen en boeiende anekdotes brengen de stukken weer tot leven.” Dezelfde passie en motivatie wordt ook gedeeld door de rest van de groep.
Doorheen de jaren werden meerdere grootschalige conservatieprojecten afgewerkt. Voor vrijwilliger Martin is dit van essentieel belang. “Ons doel is om hiermee het maritiem erfgoed te bewaren en te behouden voor de volgende generaties. De Antwerpse haven en haar arbeiders zijn wereldwijd bekend vanwege hun vakwerk en professionaliteit. Helaas gaat deze geschiedenis snel verloren. De generatie waarvan ik de stiel leerde is nu tussen de 75 en 91 jaar oud. Handelingen en gereedschap van toen worden niet meer gehanteerd. We zien het dan ook als onze taak om dit belangrijk erfgoed door te geven aan de volgende generaties. Door onze inzet hier in magazijn Argentin hopen we dit te kunnen verwezenlijken.”
Tot ongeveer 12 uur wordt er verder gewerkt aan de verschillende projecten bij het havenerfgoed. Tijd voor de welverdiende ‘schaft’. Vaak is het vrijwilliger Jacques, jarenlang scheepskok geweest, die de rest van de groep verrast met soep of een warme maaltijd. Aan tafel worden niet zelden oude herinneringen opgehaald waarbij talrijke anekdotes uit het havenleven de revue passeren. Samen dromen zij ook over de toekomst. “Hopelijk kunnen we binnenkort onze deuren weer openen voor groepen. Op deze manier zouden we onze passie, maar vooral ook deze bijzondere collectie, terug kunnen delen met het grote publiek.”