OER
De wortels van Vlaanderen
Een jaar na haar eerste succesvolle tentoonstelling presenteerde de Kanselarij opnieuw een deel van de collectie van The Phoebus Foundation aan het grote publiek. Hoofdrolspelers in deze tentoonstelling over de Vlaamse kunst tussen 1880 en 1930 waren de meest invloedrijke schilders uit die periode: Emile Claus, Valerius De Saedeleer, Gustave Van de Woestyne, George Minne, James Ensor, Léon Spilliaert, Rik Wouters, Frits Van den Berghe, Constant Permeke, Gust. De Smet, Hubert Malfait en Edgard Tytgat. De expo belichtte een kanteltijd in de Vlaamse kunst- en cultuurgeschiedenis en nam bezoekers mee naar de vroege 20ste eeuw. Maar OER was ook anders en grensverleggend. OER ging ook over nu en wat het betekent Vlaming te zijn. Want de grens tussen heden en verleden is flinterdun.
OER bracht een selectie van topstukken. Vele werken werden voor het eerst aan het grote publiek getoond. Door de sprookjesachtige scenografie leek het alsof bezoekers in de schilderijen konden rondlopen. OER was opnieuw een voltreffer. De tentoonstelling lokte in vier en een halve maand ruim 60.000 bezoekers naar het Caermersklooster.