Een nieuw meesterwerk uit onze collectie is te bewonderen in de Antwerpse Keizerskapel! Het portret van Michael Sweerts werd vervangen door de bijzondere zeventiende-eeuwse voorstelling De hoofdenbakker. Dit raadselachtige tafereel is beslist bizar te noemen en toont hoe bakkersknechten ijverig mensen onthoofden en deze hoofden vervolgens kneden, vervormen en zelfs vervangen. Lugubere plastische chirurgie? De voorstelling zit vol moraliserende boodschappen waaruit de zeventiende-eeuwse kijker zijn lessen diende te trekken. Maar wat zijn die verborgen boodschappen precies?

Ontdek het volledig verhaal in de begeleidende publicatie Phoebus Focus XXXI: Hoofdenbakker, Dromen van menselijke maakbaarheid in de vijftiende tot de zeventiende eeuw door dr. Wendy Wauters en neem zelf een kijkje in de Keizerskapel!

Onbekende meester, Hoofdenbakker, ca. 1600-1630

De kapel is geopend op zaterdag en zondag, van 13-17u. Toegang is gratis.

Het CoBrA-depot sluit aan bij de HeadquARTers van Katoen Natie. Het is een verkenning van de heel diverse collectie: schilderijen, grafisch werk, sculpturen en toegepaste kunst, bibliofiele uitgaven en andere publicaties als fundament van de beweging. Veelzijdigheid is de sterke troef van deze verzameling. De grote namen van CoBrA zijn present: Dotremont, Alechinsky, Appel, Corneille, Constant en Jorn, naast vele anderen. Vanuit een ietwat gek concept, helemaal in de lijn van CoBrA, geeft het depotbezoek de gelegenheid om de essentie van de CoBrA-beweging te ervaren.

De intercontinentale tentoonstelling Saints, Sinners, Lovers, and Fools blijft doorreizen. Deze keer is de expo te bezichtigen in Dallas, Texas. Samen met het Dallas Museum of Art laat The Phoebus Foundation een nieuw publiek kennismaken met 300 jaar Vlaamse geschiedenis aan de hand van meer dan 120 Vlaamse meesterwerken.

Het Dallas Museum of Art (DMA) is een van de grootste musea in de Verenigde Staten. Het gerenommeerde museum werd opgericht in 1903 en bevindt zich in het Arts District van Dallas. De collectie van het museum omvat meer dan 24 000 kunstwerken, waaronder impressionistische en post-impressionistische schilderijen, moderne en hedendaagse beeldhouwkunst, fotografie, Aziatische, Afrikaanse en Inheems-Amerikaanse kunst, alsook Griekse, Romeinse en Egyptische antiquiteiten. Deze werken van de oudheid tot de moderne tijd zijn altijd gratis te bezichtigen. Bovendien beschikt het museum over een bibliotheek met meer dan 50 000 volumes en een centrum voor interactieve leerervaringen.

Het DAM heeft al verschillende spraakmakende tentoonstellingen op haar naam staan en creëert met Saints, Sinners, Lovers, and Fools opnieuw een unieke ervaring waar bezoekers kunnen genieten van een belangrijk stuk Vlaamse geschiedenis.

Catharina Ykens II, Vanitasbuste van een dame, 1688
Balthasar Curtois, Slag van Leckerbeetje, ca. 1610-1620

Flemish Art 1880-1914

Emile Claus, Meisje aan de Leie, ca. 1892

Vanaf de 19de eeuw wordt België een van de belangrijkste industriële naties van de wereld. Boeren worden arbeiders. Ze verlaten het platteland voor de stad, en hokken daar dicht op elkaar gepakt in stinkende beluiken. Fabrieksschoorstenen walmen dag en nacht. Geen wonder dat het heimwee naar het verloren boerenverleden steekt. Kunstenaars als Emile Claus, Gustave Van de Woestyne, George Minne en Valerius De Saedeleer verlaten het vuile Gent. In de Leie-streek kunnen ze vrij ademen, en vinden ze echo’s van de verloren idylle. Elk op hun manier zoeken ze – bewust of onbewust – hun ‘roots’. De een vindt die in rijpe korenvelden, de ander in de bruegeliaanse poëzie van een winterlandschap of in het getaande gezicht van een boer. In hun schilderijen, beelden en tekeningen zweemt een soort collectieve essentie van wat Vlaanderen is. Een monumentale, complexloze en vaak bijna spirituele ode aan de streek en haar bewoners. Maar ook buiten Latem wordt geschilderd. In Oostende schippert James Ensor tussen reële vissers en burleske fantasieën – want ook absurde humor blijkt typisch Vlaams. En bij het begin van de 20ste eeuw voelt Léon Spilliaert zich verloren in een steeds sneller veranderende wereld. En dan moet de oorlog nog beginnen.En terwijl de Eerste Wereldoorlog woedt, ademen de schilderijen van Rik Wouters levensvreugde.

Met Painting Flanders brengt The Phoebus Foundation het verhaal van een belangrijk stukje Vlaamse kunstgeschiedenis aan het einde van de 19de eeuw naar het Verenigd Koninkrijk. De expo is een ware primeur: het is de eerste tentoonstelling in het gloednieuwe tentoonstellingsgebouw van het Thomas Gainsborough’s House te Sudbury, Suffolk. Het geboortehuis van het Britse portretgenie Thomas Gainsborough (1727-1788) is de uitgelezen locatie voor dit verhaal. Net zoals Emile Claus en co is ook hij schatplichtig aan grootmeesters als Peter Paul Rubens (1577-1640) en geeft hij zijn eigen draai aan de artistieke traditie. Het pittoreske landschap van Suffolk vertoont bovendien veel gelijkenissen met de uitgestrekte natuur rond de Leie: het verwondert, kalmeert en inspireert.

Gustave Van De Woestyne, Deeske zittend, 1908
George Minne, Geknielde van de fontein, 1898
James Ensor, Geraamten in travestie, 1894

Bekijk de video

Sinds 2017 werkt de Kanselarij van The Phoebus Foundation samen met de Antwerpse Keizerskapel. Op deze unieke locatie wordt een nieuw en onbekend pareltje uit de collectie geëxposeerd. Een begeleidende Phoebus Focus vertelt alles over het meesterwerk en de auteur geeft er een lezing over. Deze keer is het de beurt aan een uniek portret van Michael Sweerts (1618-1664)!

Michael Sweerts (1618-1664) mag vandaag dan wel niet zo bekend zijn als zijn Antwerpse tijdgenoten Peter Paul Rubens of Anthony Van Dyck, de Brusselse meester was in zijn tijd een pionier in de portretkunst die werkte in opdracht van de hoogste adel.

Michael Sweerts, Portret van een man, ca. 1655-59

Een van de mooiste voorbeelden uit Sweerts’ oeuvre is dit Portret van een man, dat de meester schilderde na zijn terugkeer uit Rome en net na de oprichting van zijn Brusselse tekenacademie, waarmee Sweerts een belangrijke bijdrage leverde aan het academische onderricht van jonge kunstenaars in Brussel. Het portret laat Sweerts’ karakteristieke stijl zien, aansluitend bij de Vlaamse traditie maar met een gedurfdere compositie. Het portret ademt theatraliteit: het gedrapeerde rode gordijn op de achtergrond, de dichte pose van de man bij de toeschouwer en het invallende licht op zijn gezicht zorgen voor een indringend picturaal effect. Bovendien is de geportretteerde bijzonder dynamisch weergegeven. Hij heeft zijn hoofd gedraaid, alsof hij beweegt. De identiteit van de man mag dan wel in de anonimiteit beland zijn, dat hij van erg goede komaf was en bijzonder modebewust was staat buiten kijf. De wambuis met splitten en gouden versiersels, de prachtig uitgewerkte kanten kraag en de lange golvende haren doen vermoeden dat het hier gaat om een bijzonder voorname heer die in de jaren 1650 voor Sweerts poseerde.

Het Portret van een man bleef lange tijd onder de radar tot het in 2010 op de kunstmarkt opdook en later door The Phoebus Foundation verworven werd. Als onderdeel van de collectie van de kunststichting kon het werk eindelijk onderworpen worden aan een uitgebreid kunsthistorisch onderzoek door Sweerts-expert Lara Yeager-Crasselt. Haar fascinerende bevindingen zijn te lezen in een Phoebus Focus editie, uitgegeven door Hannibal Publishers.

Bewonder het portret vanaf nu in de Keizerskapel! De kapel is geopend op zaterdag en zondag, van 13-17u. Toegang is helemaal gratis.

300 Years of Flemish Masterworks

Phoebus goes USA! Wij zijn bijzonder trots om onze allereerste intercontinentale tentoonstelling ooit te presenteren! The Phoebus Foundation slaat de handen ineen met Denver Art Museum voor de tentoonstelling Saints, Sinners, Lovers, and Fools, die zal openen op 16 oktober 2022!

Meer dan 120 meesterwerken uit onze deelcollectie oude meesters zullen de Atlantische Oceaan oversteken om de Amerikaanse bezoekers mee te nemen op een rollercoasterrit doorheen 300 jaar Vlaamse kunst!

In het hart van de Verenigde Staten, aan de voet van de Rocky Mountains, is Denver Art Museum de locatie bij uitstek voor deze uitzonderlijke tentoonstelling. In het verleden heeft het museum al buitengewone tentoonstellingen georganiseerd over Claude Monet, Frida Kahlo Venetiaanse meesters,… Deze keer staan Hans Memling, Peter Paul Rubens en andere Vlaamse supersterren in de schijnwerpers!

Hans Memling en atelier, De geboorte van Christus, ca. 1480
Jan Van Hemessen, Portret van Elisabet, hofnar van Anna van Hongarije, ca. 1525
Peter Paul Rubens, Diana en haar nimfen op jacht, ca. 1636-37

In een krachtig en weids landschap aan de Schelde in Beveren bouwde Katoen Natie een hedendaagse kantoorburcht die volledig aansluit bij het historische karakter van de omgeving. Burcht Singelberg is vernoemd naar de naam van het kasteel van de heerlijkheid Beveren, dat een sleutelrol speelde in de scheiding van de zuidelijke en noordelijke Nederlanden in 1585.

Van het historische kasteel rest enkel een heuvel, waar nu de hedendaagse Burcht Singelberg opgetrokken is. Onder anderen Katoen Natie en Indaver zijn er gevestigd. De gebouwen zijn gegroepeerd in een conglomeraat, een kloek geheel dat zich in de omgeving op prominente wijze manifesteert. Rondom de burcht staan verschillende topwerken van Vlaamse en buitenlandse hedendaagse kunstenaars: Michael Aerts, Pablo Atchugarry, Wim Delvoye, Atelier van Lieshout, Hubert Minnebo, Jef Mouton, Ramsey Nasr en Antonio Seguí. De bekroning van het project is een ommuurde ‘Vlaamse tuin’, ontworpen door landschapsarchitect Dirk Vandekerkhove.

Een wereld vol passie, lef en rebellie

Het levensverhaal van de Ierse prinses Dimpna leest als een tragisch sprookje. Na de dood van haar moeder vraagt de koning haar ten huwelijk. Gek van verdriet over het verlies van zijn vrouw ziet hij immers in zijn dochter de perfecte echtgenote. De moedige Dimpna weigert echter zijn aanzoek en neemt de benen richting vasteland. Via omzwervingen komt zij in het Kempische Geel terecht. De koning weet Dimpna op te sporen en onthoofdt eigenhandig zijn rebelse dochter. Haar heldhaftig verzet maakte Dimpna ongekend populair bij het volk waardoor zij niet veel later tot heilige wordt uitgeroepen. Vanaf de hoge middeleeuwen trokken pelgrims massaal naar Geel. Hier wordt Dimpna vereerd als patrones van de geesteszieken. Haar martelaarschap staat aan de oorsprong van de eeuwenlange traditie van zorg, barmhartigheid en naastenliefde. Ook vandaag is Geel bekend voor zijn uitgebreid zorgnetwerk en zijn unieke omgang met psychiatrische patiënten, die thuis bij zijn inwoners worden opgevangen.

Op het hoogtepunt van de Dimpna-cultus creëert Goossen Van der Weyden, kleinzoon van de beroemde Rogier, een uitzonderlijk meesterwerk. Het monumentale altaarstuk is een samenstelling van verschillende individuele taferelen waarin het leven en de marteldood van Dimpna in de verf gezet worden. Het werd geschilderd omstreeks 1505 voor de norbertijnenmonniken van de abdij van Tongerlo, die het onderbrengen op een prominente plaats in hun kerk.

Recent werd het Dimpna-altaarstuk verworden door The Phoebus Foundation. Meer dan drie jaar lang werden de panelen onderworpen aan een uitgebreid restauratieproject. De geschiedenis is immers bikkelhard geweest voor het kunstwerk. In zijn vijfhonderdjarig bestaan werd het meesterwerk versneden, verwaarloosd, gevandaliseerd, gestolen en zelfs vergeten. Een team van The Phoebus Foundation werkte intensief samen met nationale en internationale experts om de schilderijen in hun oorspronkelijke glorie te herstellen. Ontdek welke uitzonderlijke verhalen, eeuwenlang vergeten, zich ontvouwen onder lagen stof en vuil. Een interactieve scenografie dompelt je helemaal onder in de buitengewone wereld van Dimpna.

(c) Luk Monsaert

Bekijk de video

Goossen Van der Weyden, Scènes uit het leven van de heilige Dimpna: de vlucht naar Antwerpen, ca. 1505

De tentoonstelling Deugnieten & Rebellen, die de gangen van de HeadquARTers siert, brengt moderne en hedendaagse, Belgische en internationale kunstenaars samen.

Iedere artiest kaart een sociaal, politiek of cultureel onderwerp aan, op zijn eigen speelse of rebelse manier. Beeldhouwwerken van Maria Causa en Jose Gurvich, schilderijen van Edgard Tytgat en Julio Laraz, installaties van Libero Badii en Eddo Stern,… Ze zetten de bezoeker aan tot reflectie over de algemeen gangbare ideeën.

Katoen, wol en huiden. De geschiedenis van Katoen Natie begint bij het verhandelen van deze grondstoffen. Momenteel levert de groep Katoen Natie havenactiviteiten en logistieke diensten in tal van andere sectoren, maar de link met oorspronkelijke bedrijvigheden kan gezien worden in de bijzondere collectie antieke textielkunst.

“3500 Jaar Textielkunst” neemt u mee op een reis door de geschiedenis van Egypte, van de Faraonische tot Islamitische periode. In vijf serene zalen ontdekt u eeuwenoude textielkunst, kledij, accessoires en andere archeologische vondsten uit het oude Egypte, het Nabije Oosten en Centraal Azië.

De blikvanger is de Tunicazaal, waar de wereldwijd grootste collectie van complete tunica’s getoond wordt.

The Phoebus Foundation presenteert in samenwerking met het Frans Hals Museum de tentoonstelling Thuis bij Jordaens: de eerste monografische tentoonstelling van de zeventiende-eeuwse Antwerpse meester Jacob Jordaens in Nederland.

Zoals de Noordelijke Nederlanden Frans Hals, Rembrandt en Vermeer hebben, zo kennen de Zuidelijke Nederlanden hun eigen Grote Drie: Jordaens, Rubens en Van Dyck. Net als zijn tijdgenoot Frans Hals, schilderde Jordaens met grote zwier, menselijkheid en eigenzinnigheid. Ontdek meer over Jordaens en laat je verrassen door de verhalen achter zijn vernuftige en soms geestige schilderijen. De hedendaagse reconstructie van Jordaens’ pronkkamer met de recent gerestaureerde, originele deur- en plafondstukken, maakt de tentoonstelling tot een unieke ervaring. Behalve op hun oorspronkelijke plek in het huis van Jordaens zijn deze werken nooit eerder samen getoond.

Jacob Jordaens, Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen, ca. 1640-1645

Jordaens maakte tot op hoge leeftijd historiestukken, portretten en genrevoorstellingen. Zijn naaste familie was daarbij vaak een inspiratiebron en zijn woonhuis een showroom. Zijn ontvangstkamer – waar hij rijke klanten ontving – was op spectaculaire wijze gedecoreerd met werk van eigen hand. Zelfs de deuren en het plafond waren geheel beschilderd. Onlangs zijn de overgebleven schilderijen van de ontvangstkamer volledig gerestaureerd en dit najaar zijn ze voor het eerst weer allemaal bij elkaar te zien. Speciaal voor deze tentoonstelling wordt in het Frans Hals Museum namelijk een hedendaagse reconstructie gemaakt van die ontvangstkamer waarin je de gerestaureerde deur- en plafondstukken op een bijzondere manier kunt bekijken. Door de spiegelvloer word je letterlijk omgeven door de schilderingen en kun je ervaren hoe de pronkkamer eruit moet hebben gezien. Hierdoor waan je je even ‘thuis bij Jordaens’, tussen werken zoals Jordaens ze bedoeld had.

Bekijk de video

Gouden tijd van de Zuidelijke Nederlanden

In 2016 organiseerde de Kanselarij van The Phoebus Foundation, in samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen, haar allereerste tentoonstelling, in het Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster te Gent. De Kanselarij profileerde zich hierdoor als een nieuwe speler op het vlak van oude meesters.

Voor God & Geld nam de bezoeker op sleeptouw naar de Gouden Tijd van de Zuidelijke Nederlanden (15de en 16de eeuw). Ze gaf een beeld van de economische macht van het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant, belangrijke technologische, industriële en handelscentra van de toenmalige wereld, en wierp een nieuw licht op economische en culturele hoogtepunten.

Deze tentoonstelling over ‘het Silicon Valley van de middeleeuwen’ werd bezocht door zowat 70.000 bezoekers, onder wie het Belgische vorstenpaar, en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent van België.

Herbeleef de tentoonstelling!

De wortels van Vlaanderen

Een jaar na haar eerste succesvolle tentoonstelling presenteerde de Kanselarij opnieuw een deel van de collectie van The Phoebus Foundation aan het grote publiek. Hoofdrolspelers in deze tentoonstelling over de Vlaamse kunst tussen 1880 en 1930 waren de meest invloedrijke schilders uit die periode: Emile Claus, Valerius De Saedeleer, Gustave Van de Woestyne, George Minne, James Ensor, Léon Spilliaert, Rik Wouters, Frits Van den Berghe, Constant Permeke, Gust. De Smet, Hubert Malfait en Edgard Tytgat. De expo belichtte een kanteltijd in de Vlaamse kunst- en cultuurgeschiedenis en nam bezoekers mee naar de vroege 20ste eeuw. Maar OER was ook anders en grensverleggend. OER ging ook over nu en wat het betekent Vlaming te zijn. Want de grens tussen heden en verleden is flinterdun.

OER bracht een selectie van topstukken. Vele werken werden voor het eerst aan het grote publiek getoond. Door de sprookjesachtige scenografie leek het alsof bezoekers in de schilderijen konden rondlopen. OER was opnieuw een voltreffer. De tentoonstelling lokte in vier en een halve maand ruim 60.000 bezoekers naar het Caermersklooster.

Herbeleef de tentoonstelling!

Deze tentoonstelling bood een inkijk in de kunstgeschiedenis van Vlaanderen, met specifieke aandacht voor de beweegredenen van kunstenaars: hoe werd kunst gepercipieerd door kunstenaars van bij ons? Heeft onze geschiedenis hun kijk op kunst beïnvloed? Hoe kijken hedendaagse kunstenaars naar deze evolutie?

De tentoonstelling was opgebouwd met kunstwerken uit de collectie van The Phoebus Foundation, die werden aangevuld met bruiklenen van diverse kunstenaars. De benedenverdieping was helemaal gewijd aan wisseltentoonstellingen van jonge gastkunstenaars.

Sinds 2017 werkt de Kanselarij van The Phoebus Foundation samen met de Antwerpse Keizerskapel.

Op deze unieke locatie wordt halfjaarlijks een nieuw en onbekend pareltje uit de collectie geëxposeerd. Een begeleidende Phoebus Focus vertelt alles over het meesterwerk en de auteur geeft er een lezing over.

De volgende werken werden reeds tentoongesteld:

  1. Antwerpse meester, Sint-Lukas schildert de Madonna, ca. 1520-30
  2. Daniël Seghers, Bloemenvaas met rozen, narcissen en tulpen, ca. 1630-40
  3. Peter Snayers, Overval op reizigers, ca. 1640-50
  4. Adriaen Isenbrandt, Drieluik met de Onbevlekte Ontvangenis, ca. 1500

Expeditie in het land van Reynaert

In 2018 liet de Kanselarij van The Phoebus Foundation het brede publiek kennismaken met weer een nieuwe deelcollectie van de Foundation. Vossen was niet zomaar een tentoonstelling: het ging om een fiets- en tentoonstellingsparcours over het middeleeuwse verhaal van de vos Reynaert. De Kanselarij werkte hiervoor samen met de Provincie Oost-Vlaanderen en de gemeentes Beveren, Sint-Gillis-Waas en het Nederlandse Hulst. Ook deed ze voor advies een beroep op het Reynaertgenootschap.

De ruime Reynaert-collectie werd tentoongesteld in de vorm van een ‘culturele expeditie’ over het middeleeuwse dierenepos. De expeditie nam bezoekers mee op een fietstocht van 40 of 60 kilometer door het Vlaamse Waasland en Nederlands Zeeuws-Vlaanderen. Op dit belevingstraject maakten de bezoekers op een speelse en toegankelijke manier kennis met de lepe vos. Van prachtige kunstwerken en decors via schalkse films en ultramoderne animaties tot een toffe speurtocht: ze maakten dit stukje cultuurgeschiedenis bijzonder toegankelijk.

Met ongeveer 60.000 bezoekers was Vossen het derde succesvolle grote project van de Kanselarij van The Phoebus Foundation.

Bekijk de video

Vijf eeuwen cultuurgeschiedenis uitgekleed

Aalst en deelgemeente Moorsel, Waterkasteel, Sint-Martinuskerk en Sint-Goedelekerk 

Kant lijkt soms een ouderwetse reputatie te hebben, maar de Kanselarij van The Phoebus Foundation wekte het eeuwenoude luxueuze textiel in 2019 helemaal tot leven. In samenwerking met de Stad Aalst, de bedrijven Jan De Nul en Van de Velde, en de heren Willy Michiels en Jozef Dauwe organiseerde The Phoebus Foundation een sensuele en spannende tentoonstelling over kant.

PiKANT! bood een historisch overzicht van de kantgeschiedenis, van de 16de eeuw tot heden, maar verraste bezoekers ook met hedendaagse kanten kunstwerken. Een selectie met topstukken uit de eigen collectie oude meesters bracht – in combinatie met textielfragmenten, hedendaagse kunst en high fashion couture – het unieke verhaal van dit luxeproduct van eigen bodem. Kant is onlosmakelijk verweven met de geschiedenis van Vlaanderen. De kostbare familiestukken, die van generatie op generatie werden doorgegeven, kregen hier hun verdiende plaats in de schijnwerpers.

PiKANT! overtrof alle verwachtingen. In vijf maanden tijd trok de tentoonstelling meer dan 80.000 bezoekers. Kant was nog nooit zo levend.

Herbeleef de tentoonstelling!

Portretten met blikken en blozen

De vele portretten van de middeleeuwen tot de vroegmoderne tijd uit The Phoebus Foundation collectie vormden het ideale uitgangspunt voor het boeiende verhaal van de geschiedenis van de portretkunst.

Het historische Museum Snijders&Rockoxhuis bood hiervoor het uitgelezen decor. Bezoekers konden de portretten er in hun natuurlijke habitat bewonderen, in een verrassende scenografie van de bekende Antwerpse modeontwerper Walter Van Beirendonck. Gastheer was de 17de-eeuwse Antwerpse burgemeester en kunstverzamelaar Nicolaas Rockox himself. Een greep uit de lange rij portretkunstenaars: Quinten Metsys, Frans Floris, Jan Van Hemessen, Peter Paul Rubens, Antoon Van Dyck, Jan Cossiers en Jan Boeckhorst.

Op een wandeling door Antwerpen belandden bezoekers op diverse historische locaties, waar ze de verschillende aspecten van de portretkunst ontdekten. De Keizerskapel, die tegenover het Museum Snijders&Rockoxhuis ligt, was de perfecte setting voor middeleeuwse, religieus geïnspireerde portretten en drieluiken met stichtersportretten. In de Sint-Carolus Borromeuskerk op het Hendrik Conscienceplein ontdekten ze ontroerende kinderportretten en in Museum Vleeshuis toonden de monumentale schilderijen van Frans Snijders dat de vroegmoderne mens behalve van mode ook van gastronomie hield.

Bekijk de video

The Golden Age of Flanders

Waarom schildert Hans Memling haarfijn elk detail? Hoe slaagt Rubens erin om met enkele penseelstreken een effect teweeg te brengen waarop Steven Spielberg jaloers zou zijn? En waarom waren de Zuidelijke Nederlanden drie eeuwen lang het artistieke centrum van de wereld?

From Memling to Rubens toonde de Vlaamse kunst uit de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw zoals je ze nooit eerder zag. De tentoonstelling was een reis doorheen driehonderd jaar cultuurgeschiedenis, met in de hoofdrol: adembenemende topstukken uit de collectie van The Phoebus Foundation. Onbekende pareltjes van Hans Memling, Quinten Metsys, Peter Paul Rubens, Jacob Jordaens en Antoon Van Dyck namen de bezoeker mee naar een wereld vol zotheid en zonde, fascinatie en ambitie. From Memling to Rubens ging over hertogen en keizers, over rijke burgers en arme heiligen, over kunstkamers als wijnkelders en over Antwerpen als Hollywood aan de Schelde.

From Memling to Rubens nam de bezoeker mee op een ontdekkingstocht doorheen het verleden. Je raakte ontroerd door de Vlaamse primitieven, zag de wereld door de bril van Mercator en Vesalius, en dompelde je onder in de barokke overdaad van Rubens en Van Dyck. From Memling to Rubens had het allemaal.

Voor het eerst presenteerde The Phoebus Foundation hoogtepunten uit haar collectie oude kunst in het buitenland. Een dergelijke prestigieus tentoonstellingsproject vroeg om een gepaste locatie. From Memling to Rubens vond daarom plaats in het Kadriorg Museum in Tallinn (Estland).

Het Kadriorg is niets minder dan een architecturale parel. Het recent gerestaureerde paleis werd tussen 1718 en 1725 gebouwd voor de Russische tsaar Peter de Grote. Hij doopte het gebouw en zijn idyllische omgeving ‘Kadriorg’ – in het Duits: Catharinenthal – als eerbetoon aan zijn vrouw, tsarina Catharina. Een liefdesverklaring om U tegen te zeggen: het Kadriorg geldt als een van de meest exquise hoogtepunten van barokarchitectuur in Noord-Europa.

Ooit was Tallinn de meest noordelijke van alle Hanzesteden. Vandaag is de prachtig bewaarde middeleeuwse stad een ideale bestemming voor een citytrip. Bovendien is een bezoek aan Tallinn eenvoudig te combineren met een uitstap naar de Finse hoofdstad Helsinki, of met een omweg naar de andere Baltische staten.Kortom: From Memling to Rubens bood je het beste van alle werelden!

Bekijk de video

The Story of a Girl Who Drove a Medieval City Mad

Na jarenlang intensief onderzoek en restauratie pakte The Phoebus Foundation uit met een grootschalig tentoonstellingsproject van het magistrale Dimpna altaarstuk: een meesterwerk van Goossen Van der Weyden, kleinzoon van de grote Rogier. Goossen creëerde het altaarstuk in het begin van de zestiende eeuw voor Antoon Tsgrooten, abt van de norbertijnenabdij in Tongerlo. Het veelluik vertelt het tragische levensverhaal van de heilige Dimpna, een Ierse prinses en de patrones van geesteszieken. Zij werd en wordt nog steeds vereerd in het Kempische Geel.

Het meer dan vijfhonderd jaar oude altaarstuk werd versneden, verwaarloosd, gevandaliseerd, gestolen en vergeten. Het restauratieproject van The Phoebus Foundation herstelde het altaarstuk in zijn voormalige glorie en liet het publiek kennismaken met het indrukwekkende resultaat.

In 2021 werden de panelen getoond in het Niguliste Museum in Tallinn (Estland), waar een interactieve scenografie de bezoeker onderdompelde in de bijzondere wereld van Dimpna. In het Niguliste Museum konden bezoekers de uitzonderlijke, eeuwenlang vergeten verhalen die tevoorschijn kwamen onder lagen stof en vuil ontdekken.

Bekijk de video